Bezetmelders die met stroomdetectie werken doen dat vaak door twee diodes in het stroom circuit op te nemen en de spanningsval over die diodes te meten - immers diodes geven als ze stroom geleiden een spanningsval van rond de 0,7 Volt. Twee diodes geven dus een spanningsval van rond de 1,4 Volt.
In ons geval is dat ongeveer 7 tot 10% van de rijspanning. En dat merk je, ook al rijd je digitaal. De decoder in je loc kan immers nooit meer spanning aan de motor doorgeven dan e op je baan staat.
Om nu de snelheid van de treinen overal gelijkmatig te laten zijn, worden niet-gedetecteerde gedeelten voorzien van deze diodenschakeling. Het is een eenvoudige schakeling waarbij vier dioden twee aan twee anti-parallel in de spanningsleiding van het ongedetecteerde gedeelte worden opgenomen.
Het netto effect is dat de spanning op alle baangedeelten (ongeveer) gelijk zal zijn en dat de snelheid van de treinen gelijkmatiger is.
Tot zover de theorie.
Of dit voor de DR4088RB van Digikeijs ook nodig is weet ik niet 100% zeker. Maar daar kun je zelf eenvoudig achter komen door de spanning van de gedetecteerde en van de ongedetecteerde gedeelten te meten en met elkaar te vergelijken. Doe dat met een multimeter op de AC of '~' stand. DCC spanning is weliswaar een blokgolf en geen sinus, maar voor de vergelijking is het goed genoeg.
Meet je een spanningsverschil van > 1 Volt, dan kun je dat oplossen met zo'n dioden-schakeling.
Zorg wel dat de dioden die je gebruikt voldoende stroom aankunnen. Loc's, en zeker met sounddecoder, kunnen aardig wat stroom trekken (tot 1,5 Amp).
Je kunt voor deze schakeling ook een bruggelijkrichter toepassen. Je verbindt dan de + en de - van die gelijkrichter met elkaar en je verbindt de draad vanaf de centrale met een van de ~ aansluitingen en de andere ~ met de rails.
Zie voor nog meer uitleg
deze pagina. Daar wordt voor de bedrijfszekerheid ook nog een weerstand opgenomen.
HTH,
Gerard