Hoi Arie,
De weerstand begrenst de stroom die via het terugmeldrelais van de KeerPlus3 naar de X16 of andere terugmeldmodule gaat. Die heeft aan een paar milliampère genoeg om te reageren. Zonder weerstand zou er een paar ampère doorheengaan en dat houdt de module niet lang vol. Hoe groter de weerstand, hoe kleiner de stroom die hij doorlaat. Deze stroom door het detectierelais simuleert de stroom die door een locomotief of wagon met verlichting wordt afgenomen van de rails van respectievelijk de detectiesecties en de keerlussectie. De terugmeldmodule "ziet" dus niet de echte stroom die door de locomotief loopt, maar een apart stroompje dat door de weerstand en het terugmeldrelais loopt.
Het klikken van de relais wijst inderdaad in de richting van een slecht contact, op de rails of in de verbindingsklemmen?
Werkt de omschakeling door de keerlusmodule wel goed bij al je locomotieven? Met andere woorden, rijden al je locs zonder haperen door de keerlus? En is de keerlussectie tussen de detectiesecties langer dan je langste trein? De detectiesecties moeten ongeveer 1,5 keer de lengte van je locomotief hebben.